VP Landbouw: voorloper in duurzame landbouw
VP Landbouw is het landbouwbedrijf waarin de familie Van Puijenbroek (VP Capital) al sinds het midden van de jaren ’40 investeert. Tot 2025 waren we actief als gemengd bedrijf in groententeelt en melkveehouderij.
Om een voorloper te blijven in duurzame landbouw zijn we samen met VP Capital een transitie gestart richting regeneratieve landbouw. Vandaag werken we met verschillende afnemers in de aardappel- en groenteteelt als voorbeeldbedrijf aan regeneratieve teelten en bodemverbetering.
Bij VP Landbouw geloven we in de kracht van innovatie. Daarom stellen we ons bedrijf regelmatig open voor proeven en pilots die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzamer landbouwsysteem. De afgelopen jaren hebben we daarin waardevolle resultaten en inspirerende voorbeelden gezien.
Duurzaamheid en vooruitgang zitten diep verankerd in onze geschiedenis. Zo was VP Landbouw een van de eerste boerderijen die door Unilever werd erkend met het duurzaamheidslabel Landmark Farm.
Elke boerderij is uniek — in bodem, geschiedenis, mensen en middelen — en met VP Landbouw bevinden we ons vandaag op een kruispunt.
Ons doel is helder: een regeneratieve en financieel gezonde boerderij zijn die voedzaam en gezond en lekker voedsel produceert op een regeneratieve manier, in balans met de natuur en de directe omgeving.
Onze ambitie: een klimaatbewuste boerderij worden
Om richting te geven aan onze ambitie hebben we onze missie vertaald naar een manifest met vier kernwaarden. Deze pijlers vormen onze leidraad om koers te houden en blijvend impact te maken – op mens, natuur en economie.
Onze werkwijze is doelgericht en stapsgewijs: we experimenteren, observeren, leren en sturen bij. We durven daarbij ook nieuwe wegen in te slaan en nemen — waar nodig — verantwoorde financiële risico’s om tot duurzame vernieuwing te komen.
Onze ervaringen delen we met andere boeren en organisaties. Opschaling volgt pas wanneer onze aanpak aantoonbaar werkt: ecologisch, maatschappelijk én economisch.
Impact gedreven en regeneratief
We werken aan het sluiten van de koolstof- en nutriëntencyclus en aan het verbeteren van bodemkwaliteit, biodiversiteit en waterhuishouding.
Financieel gezond
Een gezonde bedrijfsbasis is de motor voor duurzame vooruitgang. Akkerbouw en landschapsbeheer versterken elkaar in één robuust economisch model.
Lokaal en samen
We nemen verantwoordelijkheid in en mét onze omgeving. Samen met boeren, burgers, ketenpartners en overheden sluiten we kringlopen lokaal.
Stap voor stap pionieren
We versnellen de transitie naar een duurzaam voedselsysteem door te experimenteren, te leren en kennis te delen.
Het domein
Akkerbouw
Wij zijn gevestigd in Hilvarenbeek, ten zuiden van Tilburg, langs de Belgische grens. Onze gronden liggen verspreid over Landgoed Gorp en Roovert waarvan een deel gepacht en een deel ons eigendom is.
In totaal beheren we ruim 400 hectare landbouwgrond. Hier werken we met een extensief bouwplan: gewassen rouleren in een cyclus van zes tot tien jaar, zodat de bodem tijd krijgt om te herstellen en natuurlijke processen hun werk kunnen doen.
Onze principes voor gezonde akkers:
- Extensieve vruchtwisseling (6–10 jaar)
- Niet of minimaal ploegen
- Permanente bodembedekking
- Gebruik van groenbemesters
- Bloemrijke akkerranden voor biodiversiteit
Deze manier van werken ondersteunt het natuurlijke herstel van de bodem, voorkomt uitputting en bevordert het bodemleven.
Bovendien maken we actief gebruik van de landschappelijke variatie op het landgoed – de combinatie van landbouw, bosbouw en natuurbeheer vergroot de biodiversiteit en beschermt tegen droogte, wind en extreme temperaturen.
Voedselbos
Van onze 400 hectare is ongeveer 10 hectare bestemd voor het voedselbos, waar bomen, struiken en kruiden in natuurlijke samenhang groeien.
In het voedselbos verbouwen we voeding* zoals de natuur het bedoeld heeft: in samenhang, zonder kunstgrepen.
Het resultaat? Gezonde, smaakvolle producten én een levende bodem.
*de eerste producten zullen vanaf 2026 geoogst worden
Duurzaamheid
Duurzaamheidsinitiatieven
Onze initiatieven zijn gericht op het behouden én herstellen van het natuurlijke evenwicht. Ze laten zien hoe we regeneratieve principes vertalen naar concrete praktijk.
Tot 2025 namen we ook binnen de melkveetak diverse maatregelen: zomerstalvoedering, voer met lage footprint, teelt van kruidenrijk grasland, reductie van methaanuitstoot met Bovaer®, en voortdurende aandacht voor dierenwelzijn.
Deze stappen vormen samen de basis voor onze regeneratieve koers, waarin de bodem en biodiversiteit centraal staan.
- Strokenteelt en mengteelten (veldbonen, wintertarwe)
- Niet-kerende of minimaal-kerende grondbewerking
- Elektrificatie van irrigatiesystemen
- Gebruik van groenbemesters en rustgewassen
- Bloemrijke akkerranden
- Hergebruik van bermmaaisel als compost (bokashi)
- Zonnepanelen voor energie-opwekking
- Innovatievelden voor nieuwe teeltmethoden
- Circulair terreinbeheer: in samenwerking met de gemeente Hilvarenbeek, waterschap de Dommel en Gorp en Roovert het verwerken van bermmaaisel en andere reststromen van natuurbeheer.
onze aanpak voor CO2-reductie en -vastlegging
Wij brengen jaarlijks onze broeikasgasemissies in kaart en voeren een concreet reductieplan uit. Dat plan richt zich op zowel energiebesparing als de overgang naar hernieuwbare bronnen.
Onze klimaatmaatregelen
- Verwarmen met aardwarmte
- 1.500 zonnepanelen geplaatst
- Inkoop van groene stroom
- Elektrische irrigatie
- Gebruik van HVO-diesel als alternatief voor fossiele brandstof
Naast reductie investeren we actief in CO₂-opslag in de bodem. Zo hebben we een perceel miscanthus aangeplant dat minimaal tien jaar blijft staan — een gewas dat de bodem verbetert en op natuurlijke wijze koolstof vastlegt.
Gecertificeerde koolstofvastlegging
In samenwerking met Carbon Farmers hebben we onze koolstofopslag laten certificeren.
In 2025 verkochten we onze eerste ONCRA-gecertificeerde Carbon Removal Certificates aan VP Capital. Deze certificering bevestigt dat we niet alleen emissies verminderen, maar ook actief bijdragen aan klimaatherstel.
Ons team
Achter elke hectare staat een team dat zich inzet voor kwaliteit, vakmanschap en duurzaamheid. Onze medewerkers vormen het hart van ons bedrijf — zij zorgen ervoor dat alles, onder wisselende omstandigheden, zorgvuldig en efficiënt wordt uitgevoerd.
Ons vaste boerderijteam werkt het hele jaar door aan de teelt, bodemzorg en regeneratieve landbouw. Hun kennis en betrokkenheid zorgen dat onze visie dagelijks werkelijkheid wordt.
Tijdens piekperiodes in het seizoen werken we samen met een groep flexibele medewerkers die onze kernploeg versterkt. Zo blijven we wendbaar en kunnen we efficiënt inspelen op de dynamiek van elk landbouwseizoen.
Onze geschiedenis
Bron: Frank en Jef van Gils, (2015). Gorp en Rovert van leengoed tot landgoed.
De geschiedenis van VP Landbouw is veelzijdig en rijk aan verandering. Wat al die jaren overeind is gebleven, is onze wetenschappelijke en onderbouwde manier van werken.
Elke beslissing — van teeltkeuze tot bedrijfsvoering — is steeds genomen op basis van kennis, onderzoek en de overtuiging dat duurzame vooruitgang alleen mogelijk is met oog voor de lange termijn.
Vanaf het begin was er een sterke drive om het welzijn van de koeien en de bodem continu te verbeteren. Die aandacht voor het levende systeem — dier, bodem en natuur — is diep in onze bedrijfsfilosofie verankerd.
Hoewel we in 2025 onze veeteeltactiviteiten hebben afgebouwd, blijft diezelfde toewijding richtinggevend in alles wat we doen. Vandaag zetten we die voort binnen de akkerbouw, waar we dezelfde principes toepassen om bodemgezondheid, biodiversiteit en regeneratie te stimuleren.
We kijken daarbij voortdurend over de grenzen heen: samen met experts en partners onderzoeken we internationale voorbeelden en innovatieve praktijken die bijdragen aan een toekomstbestendig landbouwsysteem.
Begin 1941 start de bouw van nieuwe schuren: betonvloeren, stenen muren met een buitenmuur van geteerd sparrenhout uit de eigen bossen. Het landbouwbedrijf ontstaat als oplossing voor de arbeiders van de stilgevallen Textielfabrieken van Puijenbroek. Een gedeelte van hen wordt te werk gesteld op het landgoed dat de familie a priori in bezit had.
In 1940 heeft de boerderij 72 hectare aan gewassen: haver, winterrogge, zomerrogge, aardappelen, bieten en duivenbonen.
In 1945 wordt door het Landbouwproefstation en Bodemkundig Instituut T.N.O. te Groningen onderzoek verricht naar de bodemkundige gesteldheid van de boerderij op Gorp. Die concludeert dat de lichte zandgrond niet zo vruchtbaar is en dat de kwaliteit ervan sterk varieert over korte afstanden. De bodemvruchtbaarheid moet op peil gehouden worden door organische bemesting en een uitgekiende vruchtwisseling, met naast granen ook kunstweiden en voedergewassen. Dit is de aanleiding om een veeteeltbedrijf naast de reeds bestaande groententeelt op te zetten. Planning bij de akkerbouw is noodzakelijk om met de opbrengst de veestapel de winter door te krijgen.
Er zijn contacten tussen van Puijenbroek, enkele Belgen, de firma Brabson in Chicago en prof. Ir. P.A. van den Ban van de Landbouwhogeschool in Wageningen over het plan de eerste loopstal van Nederland te maken. Amerika is het leidend voorbeeld. In oktober 1949 komt er een uitnodiging uit Chicago voor een studiebezoek. Tot dan zijn de stallen op Gorp grupstallen: de koeien staan naast elkaar opgesteld met de kop naar het middenpad. Na de oorlog schakelt de bedrijfsleiding op Gorp over op de Amerikaanse loopstal waarin de koeien niet meer vastgebonden staan.
De Inspectie Weide- en Voederbouw te Wageningen adviseert om het land periodiek om te woelen en sommige stukken opnieuw te ontginnen. De kwaliteit van de stalmest wordt ook beoordeeld. Die moet aan een hoop gezet worden, vermengd met grond ter compostering. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat er te weinig fosfaat en te veel kali gestrooid wordt. Daarom begint men de kunstbemesting te bepalen op basis van grondanalyse, de bemestingswaarde van de stalmest, het gewas of het gebruik van het grasland. Betere bemesting, betere zaaitechniek en een uitgekiende vruchtwisseling moeten een hogere opbrengst genereren.
Dat jaar heeft Gorp 70 melkkoeien en 60 kalveren, 30 drachtige vaarzen en in de stal 30 ossen.
De modelinrichting op Gorp is uitgegroeid tot een bezienswaardigheid waar begin jaren vijftig al zo’n 4000 à 5000 gasten uit Engeland, Frankrijk, België, Duitsland en de Scandinavische landen op afkomen.
De boerderij op Gorp heeft een veestapel met: 80 melkkoeien, 30 eenjarige pinken als aanwas, 30 kalveren als aanwas. 20 droogstaande koeien, 30 eenjarige ossen en 30 stierkalveren zijn gemest voor de verkoop.
Volgens een rapport van de Rijkslandbouwconsulent is de bedrijfsgrootte (inclusief bosbouw) 1600 ha, waarvan 72 ha gras, 60 ha kunstweide en 140 ha bouwland. In de loopstal lopen 160 koeien en ongeveer 55 pinken. Een behoorlijke groei. Per koe is zo’n 8,2 m2 ligruimte en 5,1 m2 uitloop beschikbaar. ‘s Zomers gaan de beesten naar buiten. Een hele studie wordt gemaakt van de relatie tussen temperatuur in de gesloten loopstallen en de melkgift. De melkproductie is bij lage temperaturen aanzienlijk lager, maar het vetgehalte wel iets beter. De beesten krijgen zo’n 8kg hooi per dag. Als strooisel wordt in de stal voornamelijk gehakseld roggestro gebruikt, wat het mestpakket minder stevig maakt en beesten er gaten in trappen. Zuurstof kan zo dieper indringen en de broei bevorderen. De hogere temperatuur van de mest zou bevorderlijk zijn voor het vee. Volgens het rapport zouden de stallen op Gorp dus gunstige effecten hebben.
Een loopstal voor 100 stuks vee brandt tot de grond af. Die was 10 jaar lang een bezienswaardigheid geweest, een modelstal. Een hoeveelheid landbouwwerktuigen, tractoren, een melkwagen en een grote partij hooi gaat in vlammen op. Het vee stond gelukkig in de wei. De schade bedraagt 100.000 gulden.
Halfweg de jaren zeventig maakt de boerderij een sterke groei door. Volgens een rapport uit 1977 omvat de Exploitatiemaatschappij van Puijenbroek 97,5 ha blijvend grasland, 73 ha kunstweide, 111,3 ha mais, 37 ha gerst en 42 ha bieten. Dat was een toename sinds 1956 voor gras met 30% en voor bouwland met 36%. Het melkveebedrijf is duidelijk te onderscheiden van de bosbouw en fruitteelt.
Er wordt advies ingewonnen hoe de waterhuishouding te verbeteren, het land optimaal te bewerken en het veevoeder zo goed mogelijk uit te balanceren. Er worden ook mestplannen opgesteld. Dierenartsen zorgen voor een geregelde gezondheidsbegeleiding van het vee.
Het landgoed Gorp en Roovert heeft een oppervlakte van 1200 ha: 850 ha bos, 260 ha akkerland, 70 ha blijvend en 30 ha tijdelijk grasland. Van jaar tot jaar wisselen de gewassen in omvang. Zo’n 50 tot 65 ha wordt gebruikt voor de teelt van consumptieaardappelen. Van ongeveer 53 ha worden suikerbieten gehaald. Het areaal voederbieten kan verschillen van 2 tot 9,5 ha. Mais is wel de topper met 130 ha. Verder komen we in sommige jaren nog zo’n 10 ha cichorei tegen. Op 9,5 ha vindt fruitteelt plaats: 9 ha appels en 0,5 ha peren. Inmiddels is het areaal fruitteelt vergroot naar 15 ha op een deel van de boomgaard De Braacken. Er ligt rond 9 tot 14 ha braak.
Het veebedrijf bestaat in totaal uit 820 dieren:
Een ligboxstal met 362 koeien
Een ligboxstal met 14 koeien en 174 pinken
Een ligboxstal met 90 pinken en 3 fokstieren
Een potstal (met stro) met 50 pinken en 10 fokstieren
Een stro hok met 45 kalveren en 5 fokstieren
In deze periode zijn en worden diverse innovatieve projecten opgestart als onderdeel van de regeneratieve strategie.
Regeneratieve koers
De focus verschuift naar regeneratieve landbouw: een manier van boeren die de bodem versterkt, koolstof vastlegt en biodiversiteit herstelt.
In deze periode zijn en worden diverse innovatieve projecten opgestart als onderdeel van de regeneratieve strategie.
Door aanhoudende onzekerheid in wet- en regelgeving en de maatschappelijke opgaven kiest VP Landbouw er uiteindelijk voor om de veeteelt gefaseerd af te bouwen en zich volledig te richten op akkerbouw. De focus verschuift daarbij naar de verdere ontwikkeling van een natuurinclusieve, regeneratieve landbouwpraktijk. VP Landbouw investeert in kennis, innovatie en samenwerking om een toekomstbestendig landbouwbedrijf te blijven — wetenschappelijk onderbouwd, ecologisch verantwoord en economisch gezond.
Organisatie
VP Capital
VP Landbouw is de directe participatie van VP Capital in het domein Agrifood. VP Capital is het family office van de familie Van Puijenbroek, een investeringsfamilie met aandacht voor traditie en met de drive om een positieve impact te maken. De roots van de familie liggen in het Belgische Sint-Niklaas. 6 generaties geleden startte de betovergrootvader het bedrijf HAVEP (werkkleding) te Goirle in Nederland. Zijn maatschappelijk bewuste visie op ondernemen houdt nog altijd stand. Vandaag is VP Capital een investeringsmaatschappij met een 70-tal investeringen in voornamelijk België en Nederland met focus op klimaat, biodiversiteit en sociale gelijkheid.
VP Capital investeert direct en via fondsen in grote en kleine ondernemingen, en is een actieve en langetermijnpartner. De participaties waarin het investeert, kunnen rekenen op een betrokken aandeelhouder. Duurzaamheid staat bovenaan op de agenda. Elk jaar publiceert VP Capital een Impact Report waarin de gehele portfolio door een onafhankelijke partij wordt beoordeeld op duurzame impact.
